chapati’s

Bij een Indiaas gerecht zoals een curry, eten wij vaak rijst. Dat kan natuurlijk prima, maar vooral in het Noorden van India is het heel gebruikelijk om bij elke maaltijd naast of in de plaats van rijst ook chapati’s te serveren. Chapati’s zijn een soort platbroden die je bakt in de pan. Je kent ze misschien nog wel van KNORR, die hadden vroeger een pakje met ‘Indiase chapati’s’. Die leken niet echt op het origineel, maar dat is meestal zo bij dat soort fabrieksproducten.  Ach, ik vond ze heerlijk en was nog onwetend ;). Gelukkig kun je de ‘echte’ chapati’s makkelijk zelf maken. Het deeg hoeft niet te rijzen en de enige ingrediënten die je nodig hebt zijn bloem, water en olie. Die van mij werden niet perfect rond, maar ik vind dat zelf juist wel authentiek staan. En Renko vond het leuk als ik eens een keer met het gerecht op de foto zou gaan, dus zie hier, een foto mét mij erop. Ik moet er nog een beetje aan wennen geloof ik..

De eerste keer chapati’s maken is misschien een beetje een gedoe, omdat je er nog niet zo handig in bent. Maar als je het vaker doet, kun je in weinig tijd heerlijke chapati’s bakken. Voor mij is het een welkome afwisseling op rijst. Als ik weinig tijd heb, kies ik het liefst voor rijst. Als ik wat meer tijd heb, bak ik graag chapati’s of naan. De hoeveelheid in onderstaand recept is genoeg voor 2 personen als vervanging voor rijst. Als je het als aanvulling op rijst wilt serveren, kun je met 4 personen van dit recept eten. Dit recept haalde ik uit het kookboek ‘Made in India’ van Meera Sodha. Van dit kookboek plaatste ik gisteren al een review. En zoals beloofd krijgen jullie dus nu haar recept voor Indiase chapati’s van mij. Meera Sodha is van Indiase origine en bakt al haar hele leven chapati’s. Het leek me daarom in dit geval beter een degelijk recept te gebruiken dan zelf wat te gaan klungelen, en met succes, want mijn chapati’s lukten in 1x! 

Ingrediënten voor 2 personen

• 110 gram volkorenmeel
• 110 gram witte bloem + extra voor het bestuiven
• snufje zout
• 150 ml heet water
• 1,5 el plantaardige olie, zoals arachideolie of zonnebloemolie

Extra nodig

• deegroller

Wat ga je doen

Doe het volkorenmeel en de witte bloem in een kom en meng het zout erdoor. Meng ook de olie erdoor. Voeg vervolgens het water geleidelijk toe en kneed tot je een zacht en plooibaar deeg heb. Kneed het deeg 6-8 minuten. Als het deeg te droog is, voeg je nog wat water toe. Als het deeg te nat is en erg blijft plakken, voeg je nog wat bloem toe. Vet tot slot het deeg rondom in met 1 tl olie.

Zorg voor een schoon en licht bebloemd aanrecht. Zet ook een kommetje met wat extra bloem klaar, een koekenpan, spatel, deegroller en een bord om de gebakken chapati’s op te bewaren.

Verdeel het deeg in 8 porties, ronde balletjes. Zet de koekenpan op halfhoog tot hoog vuur. Wentel een portie deeg door het bakje bloem, druk het plat en rol het uit tot een cirkel van ongeveer 10 cm doorsnee. Bestrooi beide kanten nog heel licht met wat bloem, rol het uit tot ongeveer 16 cm doorsnee en leg de chapati in de pan.

Bak de chapati ongeveer 30 seconden tot er luchtbellen ontstaan, keer de chapati dan om en bak de andere kant ook 30 seconden. Druk hem een beetje plat als hij opzwelt. Keer nogmaals om, bak 10 seconden en keer dan voor de laatste keer om en bak nog 10 seconden. Als de chapati gaar is (ongare delen zijn donkerder en deegachtig, proef als je twijfelt), leg je hem op het bord. Dek af om warm te houden en haal voorgaande stappen voor de andere deegballetjes.

Tip: Als je wat meer ervaren bent in deeg uitrollen en brood in de pan bakken, kun je een chapati rollen in de tijd die nodig is om een andere chapati te bakken. Je moet dan zowel het bakken als rollen tegelijk doen, dat gaat een stuk sneller, maar brengt het risico van verbrande chapati’s met zich mee 😉