Als je op straat iemand zou vragen om een Surinaams gerecht te noemen, is de kans heel groot dat deze persoon ‘roti’ noemt. In Nederland is dit wel zo’n beetje het bekendste Surinaamse gerecht. Ook onder de Surinamers zelf is het populair, al heb ik weleens gehoord dat zij ‘Moksi alesi’ als hun bekendste gerecht zien. Natuurlijk komen beide recepten in deze themamaand voorbij en vandaag beginnen we met roti. Roti is een soort Surinaamse pannenkoek die je eet met een saus van bijvoorbeeld kip, eieren, aardappel of kousenband. Ik maak een vegetarische versie, met eieren, aardappel en kousenband of sperziebonen. Ik vond het een leuk projectje om de rotivellen ook zelf te maken, dit kost wel wat tijd, maar eigengemaakte rotivellen zijn ontzettend lekker. Je kunt ook kant-en-klare rotivellen bij de toko of supermarkt kopen. In dat geval kun je dit gerecht binnen 30-40 minuten op tafel zetten. Surinaamse masala is eigenlijk wel onmisbaar in dit gerecht, kun je daar nou niet aan komen, gebruik dan kerriepoeder of garam masala. Dit is een gerecht dat je zeker moet proberen!
Ingrediënten voor 2 personen
- 60 gram gele spliterwten
- 1,5 tl gemalen komijn
- 1 teentje knoflook
- 250 gram zelfrijzend bakmeel
- 150 ml water
- zonnebloemolie, olijfolie of arachideolie
Voor de vulling:
- 4 aardappels
- 250 gram kousenband
- 2 eieren
- 1 ui
- 2 teentjes knoflook
- 1 el sambal (of een madame jeanette peper die je in z’n geheel in de saus meekookt)
- blikje tomatenpuree
- 1 maggiblokje
- 1 el Surinaamse masala
- 150 ml water
Wat ga je doen
De roti’s voorbereiden
Begin met het maken van de roti’s. Dit kun je eventueel ook al een paar uur van tevoren doen.
Spoel hiervoor de spliterwten goed af. Kook ze in ruim water ca. 20 minuten, tot ze halfgaar zijn. Laat de spliterwten goed uitlekken. Maal ze vervolgens met 1 teentje knoflook fijn in de keukenmachine of met een staafmixer. Meng de spliterwtenpuree met de komijn en peper en zout naar smaak. Laat een beetje afkoelen.
Meng het zelfrijzend bakmeel in een kom met 150 ml water. Kneed het tot een zacht en soepel deeg dat niet meer aan je handen plakt. Als het deeg nog erg plakkerig is, voeg je nog wat extra meel toe. Vorm van het deeg platte balletjes van ongeveer 5 cm doorsnede. Met deze hoeveelheid deeg kun je ongeveer 4 bolletjes vormen.
Bestuif een schoon aanrechtblad met een beetje meel. Leg er een deegballetje op en maak in het midden met je vingers een zo groot mogelijk kuiltje. Doe in het kuiltje een volle eetlepel van de spliterwtenpuree en druk dit goed aan. Vouw het balletje weer dicht door de randen van het deeg weer te sluiten. Zorg dat het balletje goed sluit. Herhaal dit met de overige balletjes.
Rol de balletjes met een deegroller uit tot redelijk dunne pannenkoeken. De vulling blijft tussen het deeg en komt er dus niet uit. Stapel de roti’s op met vellen bakpapier ertussen, zodat ze niet aan elkaar blijven plakken. Bewaar afgedekt met vershoudfolie.
De saus voorbereiden
We gaan nu verder met het bereiden van de rotimix. Schil de aardappelen en snijd in blokjes. Snijd de uiteinden van de kousenband of sperziebonen en snijd in stukjes van ca. 3 cm lang. Snipper de ui en hak de knoflook fijn.
Kook de aardappelblokjes in ruim water in een paar minuten tot ze bijna gaar zijn. Giet af en laat uitlekken. Kook ook de kousenband of sperziebonen in ca. 10 minuten beetgaar. Giet ook de bonen af en laat uitlekken. In plaats van de aardappels en sperziebonen voor te koken, kun je ze ook direct in de saus laten meekoken. Reken dan op ongeveer 25 minuten prutteltijd bij de volgende stap. Kook de eieren hard, pel ze en snijd doormidden.
Verhit olie in een wok of braadpan en fruit hierin de ui en knoflook tot de ui zacht begint te worden. Voeg de tomatenpuree, sambal, maggiblokje en masala toe, samen met 150 ml water. Voeg de kousenband en aardappel en ei toe en laat op laag vuur sudderen met het deksel op de pan. Tot hier kun je het allemaal van tevoren voorbereiden.
De roti’s en saus afmaken
We gaan nu de roti’s bakken. Verhit een grote koekenpan zonder olie, leg hier een rotivel in en bestrijk met olie. Draai de roti gelijk om en bestrijk ook de andere kant met olie. Bak de roti’s aan beide zijden tot ze goudgeel zijn en een beetje bol gaan staan. De baktijd per roti is ongeveer 5 minuten.
Warm eventueel de saus weer op als je deze al eerder had gemaakt.
Serveer de roti’s met de saus. Je eet de roti met de hand, door een stuk van de roti af te scheuren en hier wat van de saus op te scheppen.
Bron: het basisrecept voor de rotivellen komt uit Un Buku van Mirjam van der Rijst e.a.
De aardappels en groente horen niet vooraf gekookt te worden. Deze gaan rauw in de wok en worden gestoofd in de masala. Het duurt wat langer, maar komt de smaak ten goede. En de volgende dag smaakt het nóg lekkerder! In de Surinaamse keuken moet je geen haast hebben.
Hoi Sharon, dankjewel voor je reactie! Ik ben het met je eens dat het erg lekker is om groenten gaar te stoven in de saus, maar dat vind ik soms wel wat lang duren (vooral op een doordeweekse dag). Ik weet dat veel van mijn lezers dat ook hebben, dus vandaar dat ik het zo aanpak. Maar ik ben het met je eens dat stoven wel beter is, dat geldt eigenlijk voor alle groenten. Ik denk dat ik het recept even aanpas en beide opties geef 🙂 Dan kan ieder doen wat hij/zij prettig vindt.
Haastige spoed is zelden goed! Dat geldt ook voor koken. Surinaams koken kun je beter een dag van tevoren doen. En de meeste Surinaamse gerechten kun je goed invriezen. De avond ervoor in de koelkast zetten en als je thuiskomt, hoef je alleen nog maar op te warmen. Zo simpel!
Roti’s zijn overigens totaal niet te vergelijken met pannenkoeken. Pannenkoeken worden gemaakt van beslag, roti’s worden gemaakt van deeg, net als brood. In het Engels worden roti’s dan ook ‘Indian bread’ genoemd. Een betere benaming naar mijn idee.
Het is wel mooi om te zien dat steeds meer blanke Nederlanders ons Surinaamse eten kunnen waarderen. Ik word er altijd wel een beetje verdrietig van als ik dan zie dat ons eten zo ‘verhollandst’ wordt. Heel erg spijtig. ?
Thanks voor je reactie! Ze lijken qua uiterlijk op pannenkoeken vind ik 🙂 qua smaak en bereidingswijze natuurlijk niet, dat blijkt ook wel uit het recept, dat overigens uit een Surinaams kookboek komt 😉