Deze maand is het weer tijd voor een themamaand en deze keer een hele leuke! De hele maand november ga ik op zoek naar mijn ‘culinaire erfgoed’. Familierecepten worden vaak generaties lang doorgegeven. Als ik bij opa & oma (omi voor ingewijden) kom, krijgen we altijd de lekkerste gehaktballen, zandkoekjes of appeltaart. Al jaren lang. Daarom leek het mij leuk, voor de blog en voor mezelf, om deze familierecepten eens op te tekenen. Ik kom uit een Hollandse familie (voor zover ik weet is er geen ‘buitenlands bloed’) en de gerechten die je deze maand voorbij ziet komen zijn dan ook echte Hollandse klassiekers. Ik denk dat veel lezers de gerechten zullen herkennen. En niet onbelangrijk, ze zijn gewoon onwijs lekker. Want als iets al jarenlang gegeten wordt, dan weet je meestal dat het wel goed zit!
Vandaag beginnen we met de zandkoekjes van mijn oma. Ik kan me goed herinneren dat ik als klein meisje deze koekjes al samen met omi bakte. Met allerlei leuke vormpjes mocht ik de koekjes dan uitsteken. Iets later, tijdens mijn studententijd, kreeg ik af en toe een trommeltje van deze heerlijke koekjes mee naar Utrecht. En nog steeds serveert omi ze vaak bij de thee. Het werd daarom de hoogste tijd dat ik zelf het recept voor deze lekkere zandkoekjes ging leren. En dat blijkt erg makkelijk te zijn. Als je ’s ochtends te horen krijgt dat er die dag bezoek komt, draai je deze koekjes in een handomdraai in elkaar en heb je altijd iets lekkers bij de thee, aldus omi. Nou, dat doen we dan maar!
Ingrediënten voor ongeveer 20 koekjes
- 125 gram zelfrijzend bakmeel
- 25 gram bloem
- mespuntje zout
- 100 gram roomboter (kamertemperatuur)
- 40 gram basterdsuiker
- 1/2 ei
- evt. garneeramandelen of andere versiering
Wat ga je doen
Verwarm de oven voor op 180ºC.
Kneed alle ingredienten behalve het ei en eventuele garnering met je handen of een mixer tot een glad en zacht deeg. Zorg dat er geen klontjes boter meer inzitten. Maak van het deeg een langwerpig worstje van ongeveer 20 cm lang. Laat dit gewikkeld in vershoudfolie 15 minuten rusten in de koelkast.
Snijd het deeg in plakjes van ongeveer 1 cm breed, zodat je er ongeveer 20 koekjes uit kunt halen. Ik hield het bij gewone ronde koekjes, maar natuurlijk kun je ook een uitstekertje gebruiken om bloemetjes, hartjes etc. te maken.
Klop het halve ei los in een kommetje. Bestrijk de koekjes met een kwastje met een beetje ei. Maak eventueel af met garneeramandelen.
Bak de koekjes 15-20 minuten in de oven tot ze mooi goudbruin van kleur zijn. Laat afkoelen en bewaar in afgesloten trommeltje. Je kunt ze het beste binnen 1 week opeten.
Tip: als je deze koekjes met kinderen maakt, is het leuk om ze na het bakken te versieren. Maak een glazuur van poedersuiker met een beetje water en bestrooi de koekjes met hagelslag, sprinkles etc.
